GLOSSARY OF INDUSTRY TERMS
Een uitleg van de industrieterminologie
Vrije opening - De nominale onbelemmerde toegangsopening in een kozijn, waarbij geen rekening wordt gehouden met kleine uitsteeksels zoals vergrendelingsnokken in rechthoekige kozijnen.
Gesloten spiebanen - voorkomen het binnendringen van water en vuil in de kamer eronder, en het ontsnappen van geuren.
Dubbele afdichting - Een dubbele tand- en groefverbinding die luchtdicht is wanneer ze met vet of een geschikt afdichtingsmiddel wordt gevuld, hetgeen vereist is wanneer Foul access-afdekkingen zich binnen een gebouw bevinden.
Dubbele driehoek - bekledingen bestaande uit twee of meer driehoekige elementen om onder belasting een stabiele zitplaats te bieden door middel van een driepuntsophanging.
Frame Bearing Area - Het oppervlak van de onderzijde van het frame dat op de draagconstructie rust.
Kitemark - Een erkende 3e partij certificatie-instelling.
Vergrendeling - Op de meeste Eccles-producten kunnen standaard slotbouten worden gemonteerd om onbevoegden de toegang te beletten, of we kunnen indien nodig ook veiligheidsbouten aanbieden.
Losjes gekoppeld - Twee helften van een dubbele driehoekige afdekking zijn losjes gekoppeld, waardoor de afzonderlijke afdekkingen zich tijdens het gebruik onafhankelijk kunnen gedragen en scheiding van de afdekkingen bij het optillen tijdens onderhoud wordt voorkomen.
Nominale oplegdruk - De oplegdruk berekend door de testbelasting (BS EN 124-1:2020) te delen door het oplegvlak van het frame.
Open spiebanen - laten water binnendringen en verhinderen niet dat geuren ontsnappen.
Plain Seated - Niet verzegeld, maar gevoegd contact tussen een afdekrand en frame.
Drukdicht - Beveiliging tegen het ontsnappen van vloeistoffen/gassen bij een bepaalde druk.
Prissleuf - Uitsparing waarin een geschikt gereedschap kan worden geplaatst om een afdekking los te maken voordat deze wordt opgetild.
Inbouwafdekking - Afdekking in een uitsparing voor het inbrengen van een gekozen materiaal dat gewoonlijk in de omgeving past.
Veiligheidsrooster - Een gefabriceerd rooster van staal of glasvezelversterkte kunststof dat bij installatie onder een afdekking wordt aangebracht om te voorkomen dat een afdekking per ongeluk in de onderliggende draagconstructie valt.
Afdichtingsplaat - Gegalvaniseerd staal of GRP onder het deksel om extra bescherming te bieden tegen stank of stormvloeden.
Zitting - Het draagvlak tussen de afdekking en het frame.
Enkelvoudige afdichting - Een enkelvoudige tand en groef opstelling die luchtdicht is wanneer gevuld met vet of een geschikt afdichtingsmiddel
Geventileerd - Deksel en/of frame voorzien van opening om vrije circulatie van lucht binnen de dragende constructie eronder mogelijk te maken.
Waterdicht - Bestand tegen de passage van oppervlaktewater van een minimale diepte en bij atmosferische druk.
Waterweg - Het afwateringsgebied van een rooster wordt gewoonlijk uitgedrukt in CM2.